Toen ik hier heen liep voelde ik m’n vader heel sterk bij me, hij zei “blijf met je aandacht bij me” maar na een aantal passen verzwakte m’n aandacht en weer zei hij “focus, blijf bij me”. Hij liet me ervaren hoe de afstand is tussen hem en mijzelf en hoe lastig het is niet afgeleid te worden door externe prikkels.
Dat leidde ertoe dat ik naar mezelf keek en toch enigszins een gevoel had dat ik faalde. M’n eigen vader en ik kon m’n aandacht niet bij hem houden. Maar het was alsof hij me toen duidelijk wilde maken wat de oefening werkelijk was; niemand is perfect! We zullen gekwetst worden, belazerd en er zal van ons dingen verwacht worden waar we niet aan kunnen voldoen. Pas als we in onszelf rust en acceptatie vinden voor wie we zijn dan beginnen we met leven. Dan gaan we uitdrukking geven aan wie we zijn en daar verantwoordelijkheid voor nemen.
Dan hebben we geen God nodig om rechtvaardiging te vinden voor onze daden. Dan plaatsen we mensen niet langer op een voetstuk zodat ze op ons neer kunnen kijken. Dan hoeft niets of niemand vergeven te worden. Dan kabbelt het leven gewoon, net als het water hier voor me. Zonder oordeel, gewoon haar plaats innemend in het leven. Ruimte gevend voor leven. Yep! De natuur is mijn kerk. Ik leer zoveel van haar.